De trostomaten uit de serre van Tuur Galle in Roeselare

In weer en wind worden de dagverse kwaliteitsgroenten en –fruit van de REO Veiling door bijna 1.000 actieve leden-producenten met vakkennis en passie marktklaar gemaakt. Elk hebben ze hun eigen verhaal dat ze graag met je delen. Deze maand zijn we in Roeselare, vlakbij de veiling zelfs. Op het terrein tussen de Groenestraat, Kleine Moststraat, Oostnieuwkerksesteenweg en Rijksweg werd een glastuinbouwzone gecreëerd met 2 serrecomplexen van elk 10 ha. Een samenwerking tussen de stad Roeselare, WVI, afvalintercommunale MIROM en de REO Veiling. We worden verwacht bij Tuur Galle van Gabel bvba die dit voorjaar zijn serre in gebruik nam.

  • Het voorgebouw, waar straks de administratie van Gabel komt, zit nog in de ruwbouwfase. Maar ik moest Tuur bellen als we er waren. Een kleine deur in het grote complex erachter zwaait open en Tuur wenkt ons binnen te komen. Dat onze rondleiding start daar waar die van de tomaten eindigt, vinden we best spannend.

Tuur: "De kistjes vol geplukte tomaten komen hier toe vanuit de serre- met automatische sturing in de grond - als een treintje van 8 karretjes. Hier worden ze - ook automatisch - afgeduwd op twee stockagebanden, waar ze gestapeld wachten om door te gaan naar de weging. Elk kistje moet 5 kg wegen. Is dat niet het geval, wordt er manueel aangepast. Dan gaan ze opnieuw een transportband op - tussendoor krijgen ze automatisch een etiket - naar de palletten waar ze verzameld worden voor transport. Op elke pallet staan 120 kistjes, samen goed voor 600 kg tomaten per pallet. Op topdagen verwerken we soms wel meer dan 110 palletten.

  • Hij kijkt tevreden naar de workflow.

"Dit is een heel handige installatie om mee te werken, zeker in vergelijking met vroeger, toen alle kistjes manueel op de weegschaal moesten gezet worden en van een etiket worden voorzien. Het stikt van de lasers en sensoren, maar het maakt dat je met de helft van de mensen dubbel zoveel volume kan verwerken! Alles is op werkhoogte, tillen is er niet meer bij. (denkt even na) Toch mag je dit werk niet onderschatten.
Van hier gaan de palletten naar de frigo waar ze straks door Rejo Fresh worden opgehaald. Bedoeling is dat het gloednieuwe REO-gebouw mét frigo én laadkade, dat op onze verpakkingsloods aansluit, verder afgewerkt wordt begin volgend jaar. Dan zullen de palletten ook automatisch verreden, ingepakt en in de frigo geplaatst worden, allemaal mooi op datum."

  • We lopen door naar een merkwaardige machine die van kartonnen 'plankjes' stevige doosjes maakt. Voor Tuur één van dé topmachines van zijn bedrijf, heel milieuvriendelijk ook.

Tuur: "Een stevige investering, maar elke euro meer dan waard! Eén vrachtwagen met kartonnen ‘plankjes’ is gelijk aan 8 vrachtwagens met doosjes! Een enorm ecologisch pluspunt dus door een pak minder transport! We hebben daardoor minder stockageruimte nodig – kartonnen ‘plankjes’ nemen minder volume in dan doosjes - en kunnen veel flexibeler werken. Hebben we plots een ander type doosjes nodig, dan maken we die gewoon à la minute. De machine staat hier sinds halfweg mei en (kijkt even op de teller) heeft al goed 718.000 doosjes gemaakt!"

  • We zijn ondertussen heel nieuwsgierig om de serres te zien, maar Tuur houdt er de spanning in. Hij wil ons eerst nog iets anders tonen: het kloppende hart van het bedrijf. Hij zwaait een deur open en een hels kabaal overvalt ons. Hier draaien twee warmtekrachtkoppelingen op volle toeren.

Tuur: "Deze WKK's werken op aardgas. Elk wekt 3,36 megawatt per uur op, te vergelijken met per motor 3.300 werkende microgolfovens van 1.000 watt. De twee leveren de elektriciteit voor de lampen in de serre. De uitlaatgassen worden gezuiverd en overdag als extra CO2 voor de planten in de serre geblazen. Het teveel aan opgewekte elektriciteit kunnen we op het net steken en verkopen. Het koelwater van de motoren gaat in een grote buffertank, in feite een grote boiler, en wordt gebruikt om de serre op te warmen. Omdat die warmte alleen niet voldoende is, krijgen we - via een warmtewisselaar - ook warmte van de nabijgelegen verbrandingsoven van Mirom. We dragen duurzame teelt inderdaad hoog in het vaandel."

  • En nu... op naar de serre! Het voelt een beetje als in de hemel komen, wat een licht en ruimte en aangename temperatuur!

Tuur (lacht): "Dertien maanden geleden werd de eerste paal in de grond geklopt. De eerste aanplant gebeurde begin maart dit jaar en we zijn beginnen oogsten in mei. De serre is 7 meter hoog en meet 320 op 320 meter, een vierkant wat heel handig is, je kan je personeel perfect verdelen, iedereen heeft een gelijk vak. 5 ha worden belicht, 5 ha niet. De temperatuur is doorgaans 23 à 24°C. Als om 19u de lampen uitgaan, daalt die in een klap naar 13°C. Zo'n snelle daling is nodig voor tomaten. De lampen gaan opnieuw aan om 5.30 u. We kunnen langer belichten, maar ik doe dit liever nu nog niet, we hebben tot op heden nog genoeg buitenlicht. (lachend) Ook tomaten moeten slapen!"

  • Hoog boven de planten hangen afwisselend violet-roze en gele lampen.

Tuur: "De violet-roze zijn LED-lampen, de gele hoognatriumlampen (SON T). Het is de eerste keer dat we in combinatie met LED’s werken. De gele geven heel wat warmte af en hebben meer elektriciteit nodig: 1.040 watt per lamp en er hangen er 3.200... Om ze te laten branden heb ik 1 WKK nodig. Er hangen ook 3.200 LED’s, maar die hebben maar 625 watt nodig en geven veel minder warmte. Overdag zie je de lampen wel branden, maar hun sterkte zie je enkel 's avonds: een echte zee van licht! Daarom sluiten we 's avonds het lichtscherm, om geen lichtvervuiling naar buiten te hebben."

  • Smaken belichte tomaten nu anders dan onbelichte?

Tuur: "Ja, ze hebben een iets vollere smaak, maar (lachend) het zijn ook verschillende rassen. De belichte tomaten worden onder het Tomabel-kwaliteitslabel vermarkt en zijn bestemd voor verkoop via de REO Veiling. De onbelichte gaan via Vergro de deur uit. Met zowel de belichte als de onbelichte teelt gaan we op de klok en speelt de marktprijs. Hoe groter het aanbod, hoe lager de prijs. (zucht) 2020 is tot nu een slecht tomatenjaar. De export lag door corona immers zo goed als stil."

  • Tuur neemt ons mee naar de 'keuken' waar de 'tomatensoep' gemaakt wordt. Hij opent met een zwaai een grote tank: tomatensoep, of toch iets dat er sterk op lijkt.

Tuur: "Net echt hé! (lacht) Dit is de voedingsstoffenmix. Bij ons thuis is het sleuren met zakken en manueel mengen. Hier komt alles vloeibaar toe en heb ik de computer maar in te stellen voor de juiste samenstelling. Het is veel vlotter, sneller, efficiënter en preciezer schakelen als iets moet worden aangepast. Iedere week nemen we een staal van het restwater en laten het ontleden. Zo weten we hoeveel van welke stof de planten hebben opgenomen en hoeveel er nog in zit en kunnen we onze ‘soep’ aanpassen."

  • Tuur heeft het al een paar keer over 'thuis' gehad. Thuis is Ingelmunster waar vader Franky zijn serres heeft.

Tuur: "Mijn opa is in ’67 gestart met serretomaten in Emelgem, deelgemeente van Izegem. Mijn vader begon in 1993 in de buurgemeente Ingelmunster met een serre van 8.000 vierkante meter die hij stelselmatig uitbreidde tot de huidige 7,5 ha, waarvan 2,5 belicht met SON T-lampen. Ik teel enkel trostomaten, maar hij heeft daarnaast ook cherry- en losse tomaten. Mijn vader doet alles thuis en ik doe mijn uiterste best om het hier goed te laten verlopen, maar hij komt wel in de week een tweetal keer langs. Dat ik op mijn 22 al een dergelijke verantwoordelijkheid heb, komt omdat we de opportuniteit die we kregen niet wilden laten liggen. Ik ben dus de derde generatie, maar hier in Roeselare de eerste generatie en dat maakt het spannend! Ik moet me bewijzen tegenover mijn vader én opa. Het is fantastisch dat ik deze kans krijg en neem ze graag met beide handen.

Natuurlijk liep ik al van kleinsaf mee in de serres, maar ik wou niet meteen mee in het tomatenverhaal stappen en ging naar hotelschool Spermalie. Vooral zaalwerk en wijn trokken me aan. Na 3 jaar hield ik het daar toch voor bekeken en verkaste naar de landbouwschool. Ik miste de planten. Je ziet ze groeien, ziet dagelijks waarmee je bezig bent en weet dat je er iets moois kan van maken. (lachend) Wijn is nu een hobby voor de weekends."

  • Tomatenteelt vraagt veel handen, zowel in de serre als in de opvolging.

Tuur: "We - mijn vader en ik - hebben goeie mensen rondom ons. Op dit moment werken er in beide vestigingen samen ca. 80 mensen. Seizoenarbeiders aangevuld met asielzoekers die in Roeselare wonen. De coronamaatregelen voorzien dat de seizoenarbeiders nu 130 werkdagen aan de slag kunnen en daar zijn we blij mee. Dat scheelt in tijd die je in het opleren moet steken.
Een aantal werkt ondertussen in vaste dienst. Die zijn door mijn vader opgeleid en kennen onze werkwijze door en door. Ik heb hier een chef voor de belichte serre en een voor de onbelichte. Daarnaast is er ook iemand verantwoordelijk voor de inpakafdeling en het magazijn. Zij vertalen ook naar het Pools of Roemeens. Eigenlijk gaat alles heel vlot. Gabel is meer dan een tuinbouwbedrijf. Naast het telen zelf zijn er nog de energie- en milieupoot en het personeelsaspect. De administratie neemt mijn moeder gelukkig voor haar rekening, maar doordat deze vestiging erbij is gekomen, is dat best een stevige job. (denkt even na) Als men me vraagt, ben je nu tuinder of ondernemer dan is mijn antwoord steevast: een agrarisch teeltmanager."

foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
TOP