De verse groenten van Bart Pynnebrouck en Martine Perneel uit Oostnieuwkerke

In weer en wind worden de dagverse kwaliteitsgroenten en –fruit van de REO Veiling door een 1.000-tal actieve leden-producenten met passie en vakkennis marktklaar gemaakt. Elk hebben ze hun eigen verhaal die ze graag met u delen. Deze keer stellen we Bart Pynnebrouck en zijn vrouw Martine Perneel aan u voor. De REO-producenten uit Oostnieuwkerke delen hun passie voor de mooie teelt van struikboontjes.

“Volgens mijn vader was tuinbouw de toekomst waarop hij de eerste serres op het bedrijf bouwde waarin hij tomaten, sla en boontjes teelde.”

Het is nog vroeg als we door de nevelige velden naar de serres van Bart Pynnebrouck en Martine Perneel in Oostnieuwkerke rijden. Vijf plukkers zijn er reeds druk in de weer met struikboontjes te 'overplukken'. Langzaam kruipen ze letterlijk tussen de bonen door. Een job waar stevige knieën voor nodig zijn. Daarnaast is concentratie een vereiste, want de plukkers verzamelen de boontjes eerst in hun hand en leggen ze dan mooi in rijen in de bakken.

"Mijn opa, de vader van mijn moeder, startte hier met een gemengd bedrijf met kippen, varkens en gewassen,” vertelt Bart. “Toen mijn pa op het bedrijf kwam, zag hij die dieren echter niet zo zitten. Volgens hem was tuinbouw de toekomst en hij heeft de eerste serres gebouwd waarin hij tomaten, sla en boontjes teelde. Vroeger had iedereen verschillende teelten, nu is dit meer gespecialiseerd. Naast serreboontjes had hij ook vollegrond-boontjes, iets wat sommigen nog steeds hebben, maar dan enkel voor de industriële verwerkingsbedrijven: diepvries en conserven.”

“Ook ik zag tuinbouw helemaal zitten. Op mijn twintigste ben ik in het bedrijf gekomen en (lacht) heb er meteen een serre aan toegevoegd. In 1998 nam ik het bedrijf volledig over en toen ik in 2000 trouwde met Martine is zij ook in het bedrijf gekomen. Tomaten zijn onze hoofdteelt, struikboontjes een mooie aanvulling."

“Iedere bonenteler heeft zijn manier van werken. Ik plant ze wijd genoeg zodat we er makkelijk tussen kunnen voor de overpluk.”

"We zijn aan het 'overplukken' dat wil zeggen dat alle boontjes die al aan de norm 'dubbele extra zeer fijn' voldoen, geplukt worden. De andere blijven aan de struik tot volgende week, dan trekken we de struiken uit. Iedere bonenteler heeft zijn manier van werken. Ik plant ze wijd genoeg zodat we er makkelijk tussen kunnen voor de overpluk. De meeste doen dat echter niet en trekken ze meteen uit. Dat is makkelijker want je plukt rechtopstaand. Nu is het volop het seizoen en dat betekent ca. 4 weken keihard werken. Een goede plukker haalt 6 kg per uur, in ons geval 2 kisten van 3 kg. Ze zijn wel meteen klaar om naar de veiling te brengen. Het kleine grut wordt tijdens het plukken al apart gehouden.”  

“Zaaien doen we zelf in persblokjes met zaad uit de gespecialiseerde groothandel. Ik stop steeds 3 zaadjes in een blokje, zo ben ik zeker van 2 struiken. De zaailingen zetten we ca. 7 dagen in de kiemcellen tot ze uitkomen. Daarna gaan ze nog 7 dagen in de warme tomatenserres en pas dan planten we ze in de boontjesserres. We doen dit op verhoogde bedden zodat ze mooi rechtop blijven en het overtollige water er makkelijk tussenin kan weglopen. De eerste plantjes gaan rond 14 maart in de grond en naargelang het weer beginnen we te plukken half mei zodat we de boontjes als primeurs naar de REO Veiling kunnen brengen.”

“Bonenteelt is een zeer ecologisch teelt. Bonen gedijen best op magere grond, ze voeden zich met de stikstof uit de lucht. Als je ze uittrekt zitten er soms stikstofbolletjes aan de wortels, eigenlijk de voedingsreserve van de plant. Bonen hebben ook geen last van beestjes - er moet dan ook niet gespoten worden - en hoeven weinig water."

“Slappe boontjes zijn oude boontjes."

We zijn doorgelopen naar een plasticserre, het nakomertje waar Bart als de 3 vaste serres bijna geplukt zijn de laatste boontjes rechtstreeks in de grond zaait.

"De boontjes gaan naar de veiling in Roeselare en daarna naar de winkels in de kisten van 3 kg. Alternatief kan je ze ook in doosjes van 200g verpakken, dat vind ik nog aantrekkelijker zijn. Op die manier kunnen de mensen er niet 'roefelen' waardoor het uitzicht goed blijft wat de verkoop ten goede komt. Boontjes moeten heel vers verkocht worden, omdat ze minstens 12°C nodig hebben, kunnen ze niet echt gestockeerd worden. Slappe boontjes zijn oude boontjes."

“Mensen kijken naar de prijs, niet de kwaliteit en of het van hier komt, dit is jammer.”

"Mijn dochters van 16 en 13 hebben geen interesse in tuinbouw (lachend) ze helpen zelfs niet. Ik zou het hen trouwens ook niet aanraden, je hebt nooit gedaan, kunt met moeite eens 4 dagen weg."

  • Heb je spijt van je keuze?

"Helemaal niet! Ik zou zeker herbeginnen in de tuinbouw. Alleen zijn er nu een pak meer regeltjes dan vroeger. En wat de boontjes betreft: ik was er als kind dol op, maar de Keniaanse en sinds kort ook Marokkaanse en Egyptische zijn zo spotgoedkoop... (zucht) Mensen kijken naar de prijs, niet de kwaliteit en of het van hier komt, dus een kleine voetafdruk heeft. Dat is jammer."        

Enkele handige weetjes van Bart en Martine over struikboontjes:

  • Bonen behoren tot de oudste groenten die door de mens gegeten worden.
  • Alle bonen (ook erwtjes en dopbonen) zijn lid van de Vlinderbloemfamilie die met ongeveer twintigduizend soorten een van de grootste families van bloeiende planten vormt.
  • De latijnse naam leguminosae verwijst naar hun belangrijkste kenmerk: het vormen van een peul waarin de zaadjes groeien tot bonen.
  • De zaden van sperzie-, prinsessen-, boter- en snijbonen zijn weinig ontwikkeld zodat de volledige boon kan gegeten worden.
  • Bonen moeten stevig aanvoelen - een boon die buigt en niet knapt is oud - en een gave peul hebben. Verpakt in een papieren zak kan je ze ca. 3 dagen vers houden in de groentelade van de koelkast of een koele kelder.

Redactie: Marc-Pieter Devos & Tine Bral

Enkele foto's

Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
TOP