De verse groenten van Dries Mingneau en Nathalie Depoorter uit Pittem

In weer en wind worden de dagverse kwaliteitsgroenten en –fruit van de REO Veiling door een 1.000-tal actieve leden-producenten met passie en vakkennis marktklaar gemaakt. Elk hebben ze hun eigen verhaal die ze graag met u delen. Deze keer stellen we Dries Mingneau en Nathalie Depoorter aan u voor. De REO-producenten uit Pittem zijn trotse vertegenwoordigers van de teelt van de knolselder!

“We houden van vernieuwen en experimenteren en zo zijn we uiteindelijk bij knolselder uitgekomen."

Donkere wolken pakken zich samen boven de Pittemse velden. Als we het erf van Dries en Nathalie oprijden, valt de regen met bakken uit de lucht. Nathalie zorgt voor warme koffie in afwachting van een droge periode die er volgens de buienradar over een uurtje aankomt om het veld op te gaan. "Ik ben de vierde generatie uit een familie van tuinbouwtelers. Na twee jaar ASO hield ik de theorie voor bekeken, ik wou met mijn handen werken, en dus ben ik TSO in de tuinbouwschool gaan volgen. Mijn kinderdroom was om kwaliteitsbegeleider te worden bij de REO Veiling”, lacht Nathalie. “Na school begon ik werken in het preibedrijf van mijn ouders te Passendale. Toen ik later met Dries huwde, aarzelde ik niet om actief mee in de zaak te stappen."

"Dit is de hoeve van mijn grootvader die hier een akkerbouwbedrijf had met koeien. Er waren twee zonen die allebei wilden telen en daarom heeft hij een nieuw bedrijf gebouwd naast de ouderlijke boerderij waar zijn broer bleef. In de jaren zestig van vorige eeuw heeft hij zijn assortiment producten uitgebreid naar schorseneren, die hier indertijd in de streek volop werden geteeld. (zucht) Nu is er hier nog slechts een zeldzame teler over want iedereen schakelde over naar de veel makkelijker en meer renderende preiteelt.”, zucht Dries. “Mijn moeder is zijn dochter en toen ze trouwde met de zoon van een tuinder introduceerde die in het bedrijf ook de preiteelt.”

De koeien verdwenen en werden vervangen door varkens. Varkens was in de jaren 1990 een kweek die 'floreerde' en is bijgevolg interessant qua inkomen en makkelijk te combineren met groenteteelt. Toen Nathalie en ik de zaak overnamen, bleven de varkens bij mijn ouders en zijn wij op zoek gegaan naar voldoende teeltafwisseling met prei en daarna met broccoli. We houden van vernieuwen en experimenteren en zo zijn we uiteindelijk bij knolselder uitgekomen."

“Eigenlijk is het een heel flexibele teelt die je goed in de hand kunt houden en waarbij je zelf kunt bepalen wanneer je gaat rooien.”

Nathalie: "Knolselder lukt hier prima, maar het eerste jaar was de commercialisatie een financiële flop. Overal was de knolselder een succes geweest zodat de aanvoer groot was en de prijs navenant laag. Toch zagen we de knolselder wel zitten, we hadden veel geleerd qua teelt en gingen het risico spreiden. In plaats van in het voorjaar alles samen te planten om dan alles samen te oogsten in het late najaar, zijn we het planten gaan spreiden waardoor we langere periodes konden oogsten. Een deel dekten we ook af zodat we al in augustus kleine primeur knolselders met loof hadden."      

Dries: "We planten drie tot vier keer, vanaf 1 april en wisselen snelgroeiende rassen af met traaggroeiende rassen. De plantjes kopen we aan bij gespecialiseerde bedrijven. We oogsten knolselder met blad tot in oktober, daarna enkel de knollen. Eigenlijk is het een heel flexibele teelt die je goed in de hand kunt houden en waarbij je zelf kunt bepalen wanneer je gaat rooien. Knolselder moet van het veld zijn zodra het echt winter wordt en het gaat vriezen. Een beetje nachtvorst kan, maar een vorstperiode overleven de knollen niet, ook niet als je ze afdekt. Dus voor de echte winterkou worden ze gerooid en opgeslagen in de koelcellen waar ze makkelijk overwinteren. In januari en februari worden ze volgens de vraag gewassen en wat bijgesneden en dan naar de REO Veiling gebracht voor verkoop."

"We weten niet naar welke retailer onze knolselder gaat, maar ik kijk wel stiekem op de kisten in de supermarkt”, lacht Nathalie.

"De knollen worden op grootte gesorteerd met als standaardklasses: 9, 8, 7, 6 stuks per kist. En er is een eerste, tweede en derde klasse. De dagprijzen zijn afhankelijk van het weer, het aanbod en de vraag.”, vertelt Dries. “Op elke kist komt een etiket met ons producentnummer en de datum van inpakken, aan de hand daarvan kan getraceerd worden waar de knolselder vandaan komt. Op het bedrijf zelf moeten we per perceel een fiche opmaken en bewaren van wat we waar telen en wat er gebeurd is - water geven, sproeien ... - zodat er bij een probleem terug kan gegaan worden naar het veld. Dat is trouwens zo voor elke groente die op de REO Veiling komt."

"We weten niet naar welke retailer onze knolselder gaat, maar ik kijk wel stiekem op de kisten in de supermarkt, beetje beroepsmisvorming.”, lacht Nathalie. “Sommige retailers vragen wel iets exclusief - bijvoorbeeld knolselder in houten kratjes, in netzakjes,... - wij krijgen de vraag van de REO Veiling en verpakken ze dan zo. Zo weten we soms waar onze knollen naartoe gaan."

“We kijken nog uit naar een bijkomende nieuwe aanplant, maar zijn er nog niet uit. “

Dries: "Door onze drie teelten - broccoli, prei en knolselder - kunnen we het risico spreiden. Er zijn hier trouwens weinig knolseldertelers. Broccoli is wel een moeilijke teelt. We kijken nog uit naar een bijkomende nieuwe aanplant, maar zijn er nog niet uit. Zo hebben we al lenteui, veldsla en peterselie uitgetest. Je moet afwegen hoe arbeidsintensief een teelt is ten opzichte van de opbrengst. Knolselder en prei is 'bulkproductie' als er vandaag genoeg knolselder of prei is, dan is er morgen en overmorgen ook genoeg en blijft de prijs stabiel. Broccoli is nog een specialisatie waarbij de prijs kan schommelen."

Nathalie: "Je moet niet noodzakelijk groeien, je kan ook zoeken naar een kleinere teelt met een beter rendement. We zijn knolselder beginnen telen omdat we een betere teeltrotatie konden doen dichtbij ons bedrijf."

Enkele handige weetjes van Dries en Nathalie over knolselder:

  • Omdat de knollen niet vorstbestendig zijn, werden ze soms buiten 'ingekuild' of herplant in serres om ze te bewaren. Vandaag worden ze bewaard in koelcellen en zijn zo de hele winter beschikbaar.
  • Aan het begin van het seizoen (dat loopt van augustus tot pakweg begin maart) heeft de knol bovenaan groene bladeren die op bladselder lijken en die je ook zo kan verwerken. Ze zijn wel sterker van smaak.
  • Van de knol gebruik je wat je nodig hebt en de rest bewaar je makkelijk 14 dagen in vershoudfolie gedraaid in de groentelade van de koelkast.

Redactie: Marc-Pieter Devos & Tine Bral

Enkele foto's

foto 1
foto 2
foto 3
TOP