De verse radijzen van de familie Rabaey uit Gistel

In weer en wind worden de dagverse kwaliteitsgroenten en –fruit van de REO Veiling door een 800-tal actieve leden-producenten met passie en vakkennis markt klaar gemaakt. Elk hebben ze hun eigen verhaal dat ze graag met je delen. Deze maand volgen we radijzenteler Kristof Rabaey, zijn vriendin Michelle en broer Jonas in hun serres te Gistel.

Enkele stevige plensbuien hebben 's nachts de ergste hitte van de tot nu toe warmste week (week 24) van het jaar weggespoeld. "Gelukkig is het nu wat koeler geworden, want werken in die hitte in de serres was geen sinecure, niet voor ons, maar ook niet voor de oogstmachine die zou kunnen oververhitten en stilvallen", zegt Kristof terwijl hij ons meeneemt naar de serre waar de radijsjes geoogst worden. Best een fascinerend zicht die mooie rode bolletjes die via de transportband naar omhoog gaan.

Kristof lacht als hij mijn verbazing ziet. "We oogsten 12 rijen per keer. Iemand stuurt en een tweede persoon loopt naast de band om eventueel beschadigde radijsjes weg te nemen. Elk radijsje gaat via een transportband naar boven, wordt tussenin gedraaid zodat ze allemaal mooi naar omhoog hangen. De machine telt de radijsjes - 18 à 20 - die dan automatisch in busseltjes worden samengebonden en daarna door twee mensen achterop per 12 bundeltjes in de kistjes worden gelegd."

Het lijkt me een heel 'rustige' teelt. Kristof: "Ja en nee, want radijsjes hebben veel dorst in de beginfase. Water geven is een must en... water is kostbaar tegenwoordig. We verzamelen dan ook alle hemelwater van de serredaken en de loodsen in grote opslagtanks. Omdat radijsjes van luchtige grond houden, moet er ook flink gespit en gefreesd worden voor we kunnen gaan zaaien."

Radijsjes zijn de eerste 'pittige' voorbodes van de lente. Kristof (lachend): "Radijsjes zijn inderdaad 'pittige' - sommigen zeggen zelfs bittere - smaakmakers in salades vanaf de lente. We zaaien een eerste keer eind februari. Meestal kunnen we een maand en drie weken later oogsten. (lachend) Eén zaadje is één radijsje. Vanaf februari tot pakweg september zaaien we om de drie dagen en naarmate het warmer wordt, kan er al na 20 à 24 dagen geoogst worden. Naargelang de temperatuur en de variëteit wordt ook de zaaiafstand op de machine aangepast. Gemiddeld gaan zo'n 261 zaadjes in een vierkante meter. Sinds twee jaar telen we - als het 's nachts niet meer vriest en het minimum 8°C is - ook buiten. We zitten dicht bij zee waardoor het hier altijd iets zachter is qua temperaturen dan in het binnenland. En ja, er is een smaakverschil, de buitenradijsjes zijn iets pittiger dan de radijsjes uit de serre. Persoonlijk hou ik het liever wat zachter, dus vind ik de radijsjes uit de serre het lekkerst."

Radijsjes zijn er echt in alle maten en kleuren... Kristof: "Inderdaad. Ik teel de meest gangbare soort: mooie rode bolletjes met egaal wit vruchtvlees. Er zijn allerlei varianten, van bolletjes tot langwerpige radijsjes, en van roodwitte, gele, roze tot zelfs donkerpaarse radijsjes. Ik experimenteer wel eens, maar kom steeds opnieuw tot de basissoort die ook mijn vader in zijn serres had."
 
Radijzenteler van vader op zoon dus. Kristof: "Van opa reeds! Mijn opa nam het fruitbedrijf van zijn schoonouders - mijn overgrootouders - over en startte met groenteteelt in open lucht en in de serre. Mijn vader zette het bedrijf verder, investeerde in nieuwe serres en breidde die ook verder uit. Ik teel net zoals hij naast radijzen ook nog prei, groene selder, eikenbladsla, Lollo Bionda en peterselie. (nadenkend) Dat ik de 4de generatie ging worden, stond voor mij vast, ik hou van de tuinbouw en ging dan ook naar de tuinbouwschool in Torhout. Dat ik al op mijn twintigste zou moeten overnemen, was wel niet voorzien. Papa stierf in 2014. Mijn broer Jonas die toen net zijn laatste jaar automechanica had beëindigd, besloot na een tijdje mee in het bedrijf te stappen. Ook mijn vriendin Michelle werkt zoveel ze kan mee in het bedrijf en zo vormen we een hecht trio van jonge gedreven tuinders."

Michelle merkt op dat doordat de twee broers samenwerken er steeds continuïteit en controle is. Terwijl Kristof nu prei aan het rooien is, volgt Jonas de radijsoogst op. Michelle: "We werken met drie Poolse arbeiders. Twee van de drie zijn seizoenarbeiders, de derde heeft een vast contract. Ze komen elk jaar terug, wat handig is want ze kennen het werk door en door. Eén Poolse arbeider werkt zelfs al erg lang voor ons. Bijkomend voordeel is dat Kristof en Jonas ook zorgeloos vrijaf kunnen nemen. (brede lach) Zo kon Kristof bij de geboorte van ons dochtertje Marie-Lou zijn."

Jonas heeft de gevulde kistjes naar de spoelloods gereden en Michelle steekt de spoelinstallatie in gang. Michelle: "Kunnen we de plantjes water geven met regenwater, wassen moeten we doen met leidingwater. De kistjes gaan door een watertunnel, krijgen daarna nog een douche, worden kort ondergedompeld in een bad en ten slotte gestapeld op palletten om gedurende een korte periode koel te bewaren in de frigo. Morgen gaan de kistjes naar de REO Veiling waar Colruyt ze komt ophalen. Hoogstens 48 uren nadat we ze hebben geoogst, liggen onze radijsjes vers en fris te blinken in de winkelrekken!"

Kristof: "Gaan we met alle andere teelten op de veilingklok, met radijs werken we op contract exclusief voor Colruyt. Elk jaar in december wordt het contract opnieuw onderhandeld en loopt dan door tot eind oktober het jaar erop. Werken op contract is een bewuste keuze omdat we daardoor toch een zeker inkomen hebben voor het hele jaar. Je weet wat je gaat verdienen, op de klok is het afwachten. Als basisinkomen is dat heel interessant.
We zijn maar met enkele radijzenkwekers in het land. De grote telers zijn gevestigd in Nederland waar ook het meeste zaad vandaan komt. Ik ben ook al naar Nederlandse kwekers geweest om te kijken (lacht) en te leren. In vergelijking met hen zijn we hier 'kleintjes'.
Hoe ik de toekomst zie? Ik wil verder uitbreiden met prei en selder en een nieuwe serre voor sla en radijs zetten. We hebben er alvast de plaats voor. (nadenkend) Dan zou ik het hele jaar door radijsjes kunnen telen."

Leuke weetjes

  • Radijsjes behoren net als hun grotere ‘broers’ daikon, ijspegel en rammenas tot de kruisbloemenfamilie.
  • Het eetbare knolletje van de radijsplant is het dikkere deel van de ondergrondse stengel van de plant. Het knolletje heeft een wat scherpe, peperachtige smaak en geeft natuurlijke 'power' aan salades.
  • Radijzen staken al in het rantsoen van de Egyptische pyramidebouwers en ook de Grieken waardeerden ze voor hun oppeppende eigenschappen. Ze worden een sterke antioxiderende werking toegeschreven.

Kopen en bewaren 

  • Radijsjes worden zowel in busseltjes als in plastieken punnets verkocht. Kijk na of het loof frisgroen is en de bolletjes stevig aanvoelen.
  • Wil je radijsjes bewaren, steek ze in een goed sluitbaar plastiekzakje en leg ze in de groentelade van de frigo. Zo kan je ze makkelijk 1 week bewaren. Haal telkens de radijsjes af die je nodig hebt.
  • Slap geworden radijsjes kan je opnieuw knapperig maken door ze een tijdje in ijskoud water te leggen.

In de keuken

  • Radijsjes eet je rauw. Kleine exemplaren uit het vuistje, de wat grotere kan je in plakjes snijden en verwerken in een salade of als topping bij een broodje.
  • Ze zijn hét ideale aperitiefhapje: kleurrijk, pittig en knapperig. Laat bovenaan het knolletje een beetje stengel zitten, zo zijn ze makkelijk ‘pakbaar’.
  • Radijsjes hoef je niet te schillen. Verwijder wel het worteltje en - als je ze niet als aperitiefhapje geeft - het loof.
  • Echt frisgroen loof kan je fijn snipperen en als extra smaakmaker gebruiken in salades.

Recept
Boterham met platte kaas, radijs, lente-ui en bieslook (4 stuks)

Deze boterham is een superfrisgerechtje dat je eet als lunch of in stukjes gesneden als aperitief- of borrelhapje.
 
Ingrediënten:

  • 8 els volle platte kaas
  • 4 lente-uitjes, fijngesnipperd
  • 1 bussel radijsjes, in dunne plakjes gesneden
  • 4 (bruine) boterhammen
  • peper en fleur de sel

Bereidingswijze:
Meng de platte kaas met de lente-uitjes en beleg er de boterhammen mee, bedek met plakjes radijs en werk af met nog wat ui, fleur de sel, peper en bieslook.

Redactie: Tine Bral
Fotografie: Marc-Pieter Devos

foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
foto 1
TOP