Woord van de voorzitter

Beste lezer

Vorige week sneuvelde het nationale hitterecord. De temperatuur in het weerstation te Beitem-Rumbeke liep op tot 40,7 °C. Enkel in Begijnendijk werd vorige week donderdag 25 juli een nog hogere temperatuur opgemeten: 41,8 °C. Deze uitzonderlijke weersomstandigheden vragen van jullie, producenten, extreme inspanningen. Immers, het is helemaal niet evident om jullie gewassen doorheen dergelijke extreme weersomstandigheden te loodsen. Evenzeer is het elke zomerdag opnieuw een uitdaging om kwaliteitsvolle dagverse producten af te leveren aan de markt.

Wat me vooral bij bleef van de hittegolf van vorige week was het systematisch herhalen dat voor het eerst in ons land code rood bereikt werd wat de tropische temperaturen betrof. Hierbij werd systematisch benadrukt dat in dergelijke omstandigheden zwaar werk in open lucht moet vermeden worden. Niemand stond ook maar even stil bij de inspanningen die jullie, producenten van verse groenten en fruit, moeten leveren om in dergelijke extreme omstandigheden een kwaliteitsvol product naar de markt te brengen. Niemand toonde in de media ook maar enige bekommernis over wat het dag en nacht aan inspanningen vraagt aan producenten van groenten en fruit om jonge aanplantingen te voorzien van de nodige verfrissing en water om niet kapot te schroeien bij deze extreme hitte. Integendeel, we moeten ons verdedigen in het gebruik van water. Nochtans hebben we gedurende de voorbije jaren met zijn allen ingezet op duurzame ontwikkelingen. In onze communicatie naar de markt en onze afnemers moeten we ook de standvastigheid in productie en kwaliteit durven in de verf zetten. Ook dat is duurzaamheid en dit vraagt zware inspanningen.

In de voorbije weken is vanuit de overheid het nieuwe en heel moeilijke Map 6 toegelicht aan jullie, producenten. De nieuwe mestwetgeving, die midden in het groeiseizoen wordt ingevoerd, houdt absoluut geen rekening met de eigenheid van de intensieve groenteteelt en de eigenheid van de West-Vlaamse regio. Op een ogenblik dat alle productie geplant of in elk geval gepland is, opleggen dat op een procentueel deel van het areaal een vanggewas dient voorzien te worden, getuigt van weinig realiteitszin en respect voor de landbouwer.

Teelten zoals spruitkool, sluitkolen en knolselder kunnen tussen het moment van officiële stikstofbemonstering in het najaar en hun respectievelijke oogst meer dan 100 kg stikstof per ha opnemen. Dit is een veelvoud van wat een aantal vanggewassen vastleggen. Deze gewassen niet erkennen als vanggewas getuigt van weinig respect voor de tuinbouwer en toont een schrijnend tekort aan technische kennis. Een aantal antwoorden op de terecht bezorgde vragen van jullie, producenten, tonen al te vaak dat een economische land- en tuinbouw voor de Vlaamse overheid niet langer een streefdoel is. De Vlaamse overheid moet echter beseffen dat dit voor West-Vlaanderen de eerste stap is naar een economisch kerkhof van het agrovoedingscomplex, één van de pijlers van onze Vlaamse export. Ook hier verdienen de hardwerkende land- en tuinbouwers, maar evenzeer al de competente en betrokken medewerkers in het agrovoedingscomplex, meer respect.

Toch hoop ik dat jullie in deze drukke zomerperiode ook even de tijd vinden om te genieten van de mooie dingen die het leven en de zomer bieden. Dat er even tijd is om met familie, vrienden en collega’s ontspannen te genieten van een terrasje of een barbecue, of de vele mooie dingen die onze regio te bieden heeft.

Rita Demaré - Voorzitter










Rita Demaré
Voorzitter 

TOP